woensdag 14 december 2016

Regen- J.H. Leopold

Regen 

De bui is afgedreven; 
aan den gezonken horizont 
trekt weg het opgestapelde, de rond- 
gewelfde wolken; over is gebleven 
het blauw, het kille blauw, waaruit gebannen 
een elke kreuk, blank en opnieuw gespannen. 

En hier nog aan het vensterglas 
aan de bedroefde ruiten 
beeft in wat nu weer buiten 
van winderigs in opstand was 
een druppel van den regen, 
kleeft aangedrukt er tegen, 
rilt in het kille licht... 

en al de blinking en het vergezicht, 
van hemel en van aarde, akkerzwart, 
stralende waters, heggen, het verward 
beweeg van menschen, die naar buiten komen, 
ploegpaarden langs den weg, de oude boomen 
voor huis en hof en over hen de glans 
der daggeboort, de diepe hemeltrans 
met schitterzon, wereld en ruim heelal: 
het is bevat in dit klein trilkristal. 



J.H. Leopold, Regen. In: Verzen, 1914 



Analyse en interpretatie

Jan Hendrik Leopold (1865-1925) is vooral bekend geworden met zijn lange gedicht 'Cheops'. De thematiek van de klassieke oudheid is kenmerkend voor zijn werk, hij was zelf classicus. Andere veel voorkomende thematiek: schoonheid, weemoed, somberheid, lijden, eenzelvigheid (eenzaamheid), vervreemding. Daarnaast staat hij bekend om zijn filosofische gedichten, vaak geschreven in vloeiende, stromende enjambementen.
Leopolds poëzie wordt wel tot de vroege stroming van de symboliek gerekend.

Het gedicht 'Regen' bestaat uit drie strofen, van achtereenvolgens 6, 7 en 9 regels (een sextet, septet en novet). Hier zit dus een opbouw in, elke strofe is langer dan de voorafgaande.

De inhoudelijke eenheid van de afzonderlijke strofen is vrij helder. De eerste strofe begint met de constatering dat de bui is weggedreven. De wolken trekken weg en een heldere, strak-blauwe lucht blijft over.
Strofe 2 ‘zoomt’ in en laat van nabij zien wat er van de bui is overgebleven: een regendruppel, bevend in de wind tegen het raam.
De derde strofe bevat dan een uitgebreide opsomming. Hoe nauwkeuriger je naar de druppel kijkt, hoe wijder je blik weer wordt: de heggen, mensen, bomen, zon, ja zelfs het ruime heelal: zijn allemaal vervat in deze druppel, dit ‘trilkristal’. 


Rijm en klankherhaling

Leopold maakt in dit gedicht consequent gebruik van rijm: abbacc deedffg ghhiijjkk. Hiernaast wordt er veel gebruik gemaakt van alliteratie en assonantie. Bij het eindrijm vallen drie dingen op:

1.    De bui is afgedreven; 
2.    aan den gezonken horizont 
3.    trekt weg het opgestapelde, de rond- 
4.    gewelfde wolken; over is gebleven 
5.    het blauw, het kille blauw, waaruit gebannen 
6.    een elke kreuk, blank en opnieuw gespannen. 

- Opvallend is dat r3 niet alleen eindigt met een enjambement, het eindwoord van de regel is zelfs afgebroken (de rond- / gewelfde wolken). Doordat je door moet lezen naar de volgende regel, treedt er een sterke rijmverdoezeling op. Doordat de o-klank echter in r2 t/m 4 verschillende keren wordt herhaald (assonantie) blijft er toch een sterke klankwerking behouden. 
Doordat je door de afbreking gedwongen wordt meteen door te lezen van r3 naar r4 treedt er nog een tweede effect op: de inhoud van het woord ‘rondgewelfd’ spiegelt zich in het enjambement. De vorm van het gedicht roept in deze regels een rond, haast ronddraaiend gevoel op bij de lezer.

7.      En hier nog aan het vensterglas 
8.      aan de bedroefde ruiten 
9.      beeft in wat nu weer buiten 
10.    van winderigs in opstand was 
11.    een druppel van den regen, 
12.    kleeft aangedrukt er tegen, 
13.    rilt in het kille licht... 

- na r13 valt de strofe-scheiding: maar het rijm loopt door (... en al de blinking en het vergezicht). Ook de assonantie (herhaling i-klank) geeft zeer sterke eenheid in deze twee regels. Een strofe is vaak inhoudelijk en wat betreft rijm een eenheid. Dit levert hier spanning op: scheiding door witregel, maar verbinding door rijm en klankherhaling. 
Waarom is hier toch een scheiding? Op inhoudelijke gronden: in strofe 2 wordt de druppel beschreven die op het raam is achtergebleven; en strofe 3 beschrijft de weerspiegeling in die druppel.
Waarom toch verbinding? Strofe 3 zit eigenlijk in strofe 2. Het is geen beschrijving van wat er zich buiten die druppel bevindt. Strofe 3 bestaat eigenlijk niet zonder strofe 2.

14.    en al de blinking en het vergezicht, 
15.    van hemel en van aarde, akkerzwart, 
16.    stralende waters, heggen, het verward 
17.    beweeg van menschen, die naar buiten komen, 
18.    ploegpaarden langs den weg, de oude boomen 
19.    voor huis en hof en over hen de glans 
20.    der daggeboort, de diepe hemeltrans 
21.    met schitterzon, wereld en ruim heelal: 
22.    het is bevat in dit klein trilkristal. 

- Vanaf r13 (de laatste regel van de strofe 2) t/m r22 stapt Leopold over van omarmd rijm naar gepaard rijm (een bekend gevaar van gepaard rijm is dat het monotonie kan oproepen; denk aan sinterklaasgedichten). Strofe 3 bestaat dan uit een lange opsomming. Hier versterkt het rijm het effect van de opsomming: en dit en dit en dit...

Duidelijk wordt uit de drie bovenstaande punten: wat er inhoudelijk in het gedicht gebeurt, gebeurt ook in vorm en klank. Klank en vorm ondersteunen in dit gedicht de inhoud. 


Beeldspraak

- Een voorbeeld van beeldspraak in het gedicht Regen vind je in r 5-6: de blauwe lucht na de regenbui wordt voorgesteld als pasgewassen lakens. Op zich een afgezaagde metafoor: na een regenbui is de hemel schoongewassen. Maar hier origineel toegepast: eerst zijn er gekreukte wolken; nadat die zijn overgedreven hangt de lucht als het ware over de waslijn: ‘blank en opnieuw gespannen’.

- R5 is een voorbeeld van synesthesie, het samenvallen van verschillende zintuigen. Het kille blauw: kil (voelen van temperatuur) wordt verbonden met blauw (kleur die je ziet).

- In r8, de bedroefde ruiten, een voorbeeld van concretisering. De ruiten worden hier voorgesteld als een levend wezen dat bedroefd kan zijn. 


Stijlfiguren

Wat opvalt is de enumeratie (opsomming) in de 3e strofe (r.14-22), die begint met ‘en al de...’. De opsomming bevat allemaal elementen van de wereld na een bui: alles wat nog nat is glanst in het licht, mensen komen naar buiten na het schuilen, de zon breekt door.
Zoals we al zagen wordt deze enumeratie versterkt door het rijm. De opsomming eindigt in een climax: inhoudelijk worden de beelden al groter en wordt er naar een climax toegewerkt (akkers, mensen, aarde, zon, heelal). Daarnaast komt dit ook heel tastbaar tot uitdrukking in de (steeds groter wordende) omvang van de opeenvolgende strofes.
Zowel de inhoud als de vorm worden dus al groter en groter, en dan bevat de laatste regel uiteindelijk een verrassing: alles wat is opgesomd blijkt zich in de druppel, dit trilkristal, te bevinden. 


Gelaagdheid van interpretatie

Anekdotisch niveau. Het gedicht Regen gaat over een regenbui, de wolken verdwijnen aan de horizon en er blijft blauwe lucht over. Er hangt nog een druppel aan het raam, waar de hele werkelijkheid zich in weerspiegelt. Dit lijkt een sluitende interpretatie, maar enkele woorden vallen hierbuiten: ‘het kille blauw’ (r5), ‘de bedroefde ruiten’ (r8) en ook het woord ‘hier’ (En hier nog aan het vensterglas; r7). 
Deze woorden en zinsdelen duiden op een lyrisch ik: er wordt gesuggereerd dat er een ik ‘hier’ achter de ruiten zit, en dat deze ik bedroefd is. Dit laatste brengt een tweede laag in het gedicht: een psychologisch niveau
De natuur is een symbool voor de gemoedgesteldheid van deze ik: heftige storm en regen (analoog met het bedroefd zijn), een druppel op de ruit (wat natuurlijk makkelijk de gedachte aan een traan oproept) en daarna opklaring en rust. Opvallend is dat die rust niet per se als positief wordt voorgesteld: het blauw is kil, evenals het licht.
Opmerkelijk is in dat verband ook de titel, Regen. In het gedicht regent het niet, het is juist net weer droog. De druppel die na de bui is achtergebleven, kan echter alleen ontstaan door regen. Maar in die druppel zijn aarde en hemel weerspiegeld. De waardering lijkt in de psychologische laag dus meer te liggen bij droefheid en de betekenis daarvan, dan bij de strak-blauwe luchten. 

In de derde strofe komt dan die opsomming, die steeds grootser en kosmischer wordt, waarbij alles in één druppel weerspiegeld wordt. Dit tilt het gedicht tot een filosofisch niveau: de achterliggende gedachte achter dit beeld is dat dat de macro-kosmos wordt weerspiegeld in de micro-kosmos (het kleine vertegenwoordigt het geheel, en het geheel is in het kleine aanwezig). Een bekend voorbeeld hiervan is de gedachte dat de mens een afspiegeling is van het heelal. In dit gedicht bevat het kleinste druppeltje het hele heelal in zich.

Tot slot het laatste woord van het gedicht: ‘trilkristal’. We hebben dit steeds opgevat als de druppel van r11, die in r13 rilt in de wind. Maar er is nog een andere uitleg mogelijk: ‘dit klein trilkristal’ kan ook staan voor het gedicht zelf: dit gedicht bevat (in woorden) de wereld, de hemeltrans, het heelal. In het gedicht wordt de macro-kosmos weerspiegeld. Hiermee krijgt het gedicht een vierde laag: een poeticaal niveau.

Dit lijkt misschien vergezocht, maar er is een vers-extern argument aan te dragen die deze interpretatie ondersteunt. De poëzie van Leopold (1865-1925) wordt gerekend tot het symbolisme en in deze stroming gaat poëzie vaak over poëzie (poeticale poëzie). Het natuur-motief, de natuur die symbool staat voor emoties, staat misschien nog dicht bij de uitgangspunten van de Tachtigers. Maar hier is geen lyrisch ik dat zijn gemoed uitstort, maar een neutraal lyrisch ik, meer afwezig, onpersoonlijk, van een afstand. De wereld van het gedicht is niet een expressie van gevoel, maar er wordt een filosofische wereld opgeroepen. Het gedicht is daardoor meer autonomistisch (het gedicht zelf staat eigenlijk centraal). Al deze dingen pleiten er inderdaad voor dit gedicht tot het symbolisme te rekenen.

Voor het interpreteren van een gedicht kan het zinvol zijn om te weten in welke periode het is geschreven, tot welke stroming de dichter wordt gerekend, welke conventies er in die tijd waren. Dit kan je helpen om te weten waar je aan moet denken bij interpretatie van een gedicht.
In dit geval maakt het alert op de aanwezigheid van een extra laag in het gedicht: de poeticale laag. Zoals alles is weerspiegeld in de druppel, het trilkristal, zo kan ook een gedicht, of meer in zijn algemeenheid taal, alles bevatten.
En dat is een uitgangspunt dat omarmd zal worden door de Tieners (Bloem, Roland Holst, e.a.) en latere symbolisten en neo-symbolisten. En waar ook Nijhoff, die aan het begin van het modernisme staat, op zal gaan voortbouwen. 

woensdag 7 december 2016

De waterlelie- Frederik van Eeden

De waterlelie

Ik heb de witte water-lelie lief,
daar die zo blank is en zo stil haar kroon
uitplooit in 't licht.

Rijzend uit donker-koelen vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.

Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenst niet meer...

Bespreking gedicht
Frederik van Eeden (1860-1932) was psychiater en schreef zowel proza als poëzie. Hij begon in 1883 literair werk te publiceren. Hij is vooral bekend gebleven door De kleine Johannes (1885) en Van de koele meren des doods (1900). Daarnaast werd hij bekend door het oprichten van de leefgemeenschap Walden (bij Bussum), een socialistische kolonie die bijna tien jaar heeft bestaan (1898-1907).

Het hier voorgedragen gedicht schreef hij in het eerste jaar dat Walden bestond. Van Eeden gebruikte daarna de waterlelie (later ook de lotusbloem) als embleem, hij liet op al zijn boeken een afbeelding ervan drukken.

Het gedicht bestaat uit drie strofen van ongelijke lengte, ook de regels verschillen in lengte, het heeft geen eindrijm. Wel is het metrum grotendeels volgehouden en zijn er hier en daar alliteratie en assonantie gebruikt.

De eerste strofe begint als een lofdicht, een ik-figuur verklaart zijn liefde aan de waterlelie. In de tweede strofe wordt de groei en ontwikkeling van de waterlelie beschreven: hoe zij van de bodem van de vijver naar de oppervlakte van het water rijst, hoe zij van het donker naar het licht is gegaan. In de derde strofe is zij tot rust gekomen, zonder verdere wensen.

De vraag is waarom de ik-figuur de waterlelie lief heeft. Volgens strofe 1 omdat zij blank (wit) is en haar kroonbladeren heeft geopend naar het licht. Maar wellicht is de waterlelie ook een voorbeeld voor de 'ik'. Wil hij zelf wit (rein, onbesmet) zijn, en stil, open zijn voor het licht (inzicht, religieuze of spirituele verlichting)? De waterlelie gaat een ontwikkeling door die de 'ik' wellicht ook gaat of moet gaan: van het donker naar het licht, het licht dat je zelf moet 'vinden', waarvoor je jezelf moet openstellen. De laatste twee regels zijn dan een ideaal einddoel: je bent aan de oppervlakte gekomen, in rust, er zijn geen verlangens meer.

Frederik van Eeden bleef tot in de jaren '20 publiceren. Dat hij al die jaren de witte bloem als symbool is blijven gebruiken, suggereert al dat dit gedicht een belangrijke betekenis voor hem moet hebben gehad, meer dan alleen een lofdicht op de schoonheid van de blanke waterlelie.

woensdag 30 november 2016

Zie je ik hou van je- Herman Gorter

ZIE je ik hou van je,
ik vin je zoo lief en zoo licht --
je oogen zijn zoo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.
En je neus en je mond en je haar
en je oogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.
Zie je ik wou graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.
O ja, ik hou van je,
ik hou zoo vrees'lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen --
Maar ik kan het toch niet zeggen.

Analyse Bram:
De ik-persoon houdt van iemand, maar dit persoon is overleden en nu kan hij nooit meer zijn liefde aan haar geven. Je bent wat je nu eenmaal bent, betekent dat het persoon tegen wie hij spreekt dood is. Hij heeft het in dit gedicht tegen een foto van het persoon, toen deze nog in leven was.

dinsdag 11 oktober 2016

Antwoorden theorie 1





Paragraaf 1
 1. waarde/belang
 2. gevolgen
 3. doel
 4. teken


1. nummer 4,     2. nummer 4,     3. nummer 2,     4. nummer 4,     5. nummer 1
6. synoniemen,  7. nummer 3,     8. nummer 2,     9. nummer 3,   10. nummer 1,    11. nummer 1

Paragraaf 2: hoofdgedachte en hoofdvraag
Hoofdgedachte: belangrijkste mededeling over het tekstonderwerp
Alinea opbouw: hoofdgedachte plus rest
Hoofdgedachte zoek: tekstonderwerp, let op het gemeenschappelijke van alinea's
Let vooral op: eerste en laatste zinnen (soms tweede van een alinea),

Paragraaf 3: De verdeling van de tekst in stukken
Tekst kun je indelen in fragmenten met bepaalde verbanden
Sneller een overzicht krijgen van de inhoud
Lees de tekst in 3 rondes:
1. kijk naar de titel, inleiding, slot en afbeelding. Vraag je af waar gaat de tekst over en wat voor tekstvorm is het?
2. Lees de eerste en laatste zin van alle alinea's. Krijg de rode draad te pakken zodat je weet waar je moet zoeken tijdens het maken van de vragen.
3. Lees de tekst helemaal, lees ook de alinea's terug waar de vraag over gaat. Vind en formuleer het goede antwoord.

dinsdag 4 oktober 2016

Quickscan examenbundel

Antwoorden Quickscan t/m vraag 9
1. D
2. B
3. B
4. B
5. Kenmerk 1 individualisme
6. C
7.  'Zij lost.. één op' (regels 144-146)
8. C
9. Ze voerden fanatieke protestacties, ze zagen het idealisme als het totaalpakket, ze vonden dat bij het idealisme het brengen van persoonlijke offers hoort

maandag 26 september 2016

Betoog Algemene Beschouwingen 2016

Gezamenlijk nieuwe uitdagingen aangaan

In geen jaren ging het belangrijkste debat over de begroting zó weinig over de begroting. Op dag een van de laatste Algemene Politieke Beschouwingen van het kabinet-Rutte II was de Miljoenennota aanleiding voor, maar niet onderwerp. Als het kabinet nog stilletjes hoopte op een pluim voor alle hervormingen en bezuinigingen van afgelopen jaren om Nederland uit de crisis te krijgen, dan boorden de fractieleiders van de oppositie die hoop vakkundig de grond in. De meeste fractievoorzitters oefenden hun verhaal voor de verkiezingen van maart volgend jaar. Er ontspon zich een gesprek over wat zomaar hét thema van de campagne kan worden: de Nederlandse manier van leven en vooral: hoe we die kunnen beschermen in tijden van de vluchtelingencrisis en radicaal islamistisch terrorisme. Partijleider Pechtold van D66 moedigt de politieke partijen aan om elkaar niet in de put te praten, maar de vrijheid en welvaart in Nederland gezamenlijk verder te brengen en ons te focussen op wat nou echt belangrijk is voor de Nederlandse samenleving. Mijn stem gaat volgend jaar uit naar D66, gezamenlijk moeten we nieuwe uitdagingen aangaan.

De economische crisis is voorbij, maar er dreigt een kansencrisis. Pechtold wijst op de dreigende tweedeling tussen mensen onderling en tussen groepen in de samenleving en hij heeft gelijk, onze samenleving dreigt te splitsen in groepen die niet of nooit meer zullen samenleving. De politiek moet de handen ineenslaan en nieuwe doelen stellen en daar staat D66 voor. "Niets verenigt sterker dan een gezamenlijk doel", zegt de D66-voorman. Zorg dat oudere werklozen makkelijker een baan vinden en dat jongeren niet van het ene naar het andere baantje hoeven te hobbelen. Ga aan de slag om het voor ondernemers weer mogelijk te maken zzp'ers in te huren. Toon meer ambitie bij het uitvoeren van het klimaatakkoord. D66 wil de onmogelijkheden mogelijk maken en iedereen de mogelijkheid voor ontwikkeling bieden. Als de politiek deze resultaten boekt, zullen de tegenstellingen in de samenleving verminderen.

Niet alleen streeft D66 naar een betere samenwerking tussen politieke partijen en de groeperingen in de Nederlandse samenleving, maar ook streeft D66 naar meer ambitie in het onderwijs. De tweedeling van de Nederlandse samenleving begint namelijk naar mijn mening bij het onderwijs, zowel op de basisschool als in het asielzoekerscentrum. Vluchtelingen moeten volgens D66 vanaf dag 1 de Nederlandse taal leren, want "taal verbindt, emancipeert en integreert". Daarom moeten schoolklassen minder dan 30 leerlingen tellen en moeten alle kinderen de kans krijgen om twee dagen per week naar de kinderopvang te gaan. De D66 voorman, Alexander Pechtold, vraagt het kabinet om meer ambitie in het onderwijs. Hij zegt daarbij te rekenen op de premier, die immers 'parttimedocent' is.

Ook heeft de D66 een eigen mening over de zorg, met betrekking op het eigen risico. Is het eigen risico te hoog? Het eigen risico van 385 euro is een instrument om de groei van de zorguitgaven te beperken. het is volgens Rutte dan ook een onverstandig om dit af te schaffen, ook omdat de premie dan fors omhoog gaat. Ziek worden is geen eigen keuze benadrukken andere partijen zoals de SP. Deze partijen denken dat mensen de zorg mijden door het eigen risico. Het eigen risico voor het normale volk is erg hoog, maar D66 wilt ook kijken naar het eigen risico van chronisch zieken en gehandicapten, zij die iedere dag zorg nodig hebben en wel gedwongen zijn een erg hoge eigen risico te betalen: voor hen werkt het eigen risico immers niet als een rem, want zonder deze zorg hebben deze mensen geen toekomst. Er moet een balans gevonden worden tussen goede zorg en betaling. Naar mijn eigen mensen moet het eigen risico voor het normale volk en de gehandicapten omlaag, omdat mensen door de hoge betaling de zorg mijden of juist te veel betalen voor minder goede zorg dan ze verdienen. Een goede balans en goede samenwerking is nodig, net zoals D66 beargumenteert.

Maar is de D66 wel te onderscheiden van andere partijen? Het voorgesteld beleid van D66 lijkt als twee druppels water op dat van de partijen die deel uitmaken van het huidige kabinet. De programma's van de liberalen en sociaal-democraten bij elkaar opgeteld en gedeeld door twee is volgens velen letterlijk het verkiezingspamflet van D66. Hier ben ik het mee oneens, D66 is een partij met zijn eigen ideeën, normen en waarden. Onderwijs is bijvoorbeeld een van de onderwerpen waar D66 een sterke mening in heeft in tegenstelling tot andere partijen. En ook al zou D66 een mengsel van het huidige kabinet zijn, wat maakt dat uit? Iedere partij kan gekoppeld worden aan andere partijen, D66 is daar geen uitzondering in.

Kortom, als ik over een half jaar achttien word, dan stem ik op D66. Het heeft goede ideeën over samenwerking van politiek en de Nederlandse samenleving, de zorg en vooral over het onderwijs. D66 is een partij waarop ik trots kan zijn als ik deze tijdens de Algemene Beschouwingen zie langskomen. Geen valse beloftes, maar geloofwaardige politiek. D66 zal laten zien dat politiek van vrijheid en verbondenheid kan winnen van politiek van verdeeldheid en discriminatie. Want samen staan we sterker.

woensdag 21 september 2016

Column Abel Herzberg

Hoe denk je dat de Abel Herzberg lezing bij verschillende groeperingen aan komt? Column 175 woorden.

Wat is gastvrijheid als de vreemdeling niet langer vreemd mag blijven maar moet omgaan in de massa, moet veinzen dat hij er altijd al was? Een Europa waar geen plaats is voor de vreemdeling zal uiteindelijk een Europa zijn waar geen plaats is voor mensen. Dat betoogde schrijver Arnon Grunberg zondag tijdens de 27ste Abel Herzberglezing. 

Een directe en ingrijpende lezing die geldt voor alle culturen en landen. Een lezing waar iedereen een andere mening over heeft en kan hebben. Het artikel begint gelijk ingrijpend te vertellen en je weet op het eerste ogenblik eigenlijk niet wat je er mee moet, zelf heb ik het artikel ook een aantal keer door moeten lezen voordat ik het ook echt begreep. 

Daarnaast is het artikel erg eenzijdig, dominee Arnon doet net of Europa nog geen 'vreemdeling' heeft opgevangen. Wie om zich heen kijkt ziet iets anders. In Frankrijk spreekt Renaud Camus over 'vervanging' van de Europese cultuur. In Nederland van 'weg met ons'. De 'nooit meer oorlog' EU en de begrijpelijke, angst voor een herhaling van de Holocaust en maakte Europa grenzeloos. De echte vluchteling is welkom. De vluchteling die respect op kan brengen voor onze inrichting van de maatschappij en die een bijdrage wil leveren aan onze maatschappij is welkom. Zij die ons al snel op de vingers tikken wat betreft ons koloniale verleden en ons gaan dwingen onze cultuur aan te passen mogen wat mij betreft direct terug naar hun eigen, mogelijk veel betere cultuur, die ze zo nodig moesten ontvluchten. 

Hoe deze lezing bij verschillende groeperingen aankomt is de grote vraag. Naar mijn mening is het grootste verschil niet tussen de groeperingen, maar tussen de ontvangende en de inkomende groep, oftewel de burgers en de vluchtelingen. Wij gaan erover nadenken wat wij als burgers fout doen, hoe het vroeger is geweest en zo zal het ook bij ons aankomen, terwijl bij een vreemdeling de bekende vraag weer opkomt; ben ik welkom, of niet?

Een vreemdeling is iemand die vragen moet beantwoorden. Wie ben je? Hoe heet je? Waar kom je vandaan?

vrijdag 16 september 2016

Betoog automatische donorregistratie

De wachtlijst en wachttijd voor donororganen in Nederland is onacceptabel lang. Hierdoor overlijden er jaarlijks bijna 150 patiënten op de wachtlijst, omdat een donororgaan te laat komt. De Tweede Kamer heeft gedebatteerd over invoering van een nieuwe donorwet, waarin het huidige vrijblijvende donorregistratiesysteem wordt vervangen door een zogenaamd Actief Donor Registratiesysteem (ADR). Het belangrijkste doel: een oplossing voor het maatschappelijk probleem van het grote tekort aan postmortale donororganen. Een meerderheid van de Nederlanders (61%) is vóór deze donorwet, en ik ook. Het Actief Donor Registratiesysteem moet een feit worden.

Een meerderheid van de Nederlanders staat er positief tegenover om zelf organen af te staan na de dood, maar bijna 9 miljoen Nederlanders hebben dit niet vastgelegd in het donorregister. En dat is precies het probleem. Want als deze wens niet is geregistreerd, dan moeten nabestaanden deze keuze maken op het moeilijke moment van overlijden. In die situatie zegt een meerderheid van de nabestaanden 'nee' tegen orgaandonatie. Hierdoor gaan onnodig veel donororganen verloren. Als iemand wél als donor is geregistreerd gaan de nabestaanden in vrijwel alle gevallen akkoord. Met deze eventuele nieuwe donorwet leggen meer mensen hun keuze vast; dit neemt hiermee de last voor deze keuze weg bij nabestaanden en medisch personeel.

Niet alleen neemt de donorwet de last voor de donorkeuze weg bij nabestaanden en medisch personeel maar ook redt de nieuwe donorwet levens, doordat mensen automatisch donor worden komen er veel meer organen vrij waardoor de wachtlijsten voor nieuwe organen steeds kleiner zullen worden. Het afgelopen jaar zijn er minder organen getransplanteerd dan in 2014 en het aantal inschrijvingen in het Donorregister blijft al jaren steken op 40%. Transplantatieartsen onderschrijven dat een systeem van ADR  het aantal registraties en aantal orgaandonoren wel degelijk verhoogt en dat de wet dus ook een succes zal worden.

Echter zijn er ook tegenstanders van deze wet, sommigen zijn bang voor minder zelfbeschikking van mensen, ze zijn van mening dat men baas is van zijn eigen lichaam ook als deze overleden is. Maar met een Actief Donor Registratiesysteem hebben mensen juist meer zelfbeschikking. Want nu beslis je feitelijk alleen zélf als je je keuze hebt vastgelegd, en anders beslissen de nabestaanden. De nieuwe donorwet betekent ook niet dat je niet meer kan afwijken van het donorschap, je kunt zelf aangeven dat je niet meer automatisch donor wilt zijn en er kan zelfs aangegeven worden welke organen men wel of niet wilt afstaan.

Er zijn meer mensen die een donororgaan nodig hebben dan mensen die een orgaan willen afstaan. Eerder kunnen transplanteren door de nieuwe donorwet redt levens, neemt de last weg bij nabestaanden, behoudt de zelfbeschikking van de mens én biedt mensen die een donororgaan nodig hebben een veel beter levensperspectief. Het Actief Donorregistratie Systeem moet een feit worden. Het is tijd voor een echte verbetering. Stem voor een donorwet die wél werkt, en red levens.




woensdag 14 september 2016

'Zet Hongarije tijdelijk uit de EU'

Dinsdag 13 september verscheen er in de Trouw een artikel over Hongarije en de houding van Hongarije tegenover de vluchtelingencrisis. Afgelopen zomer ben ik zelf in Hongarije geweest en vond het daarom ook een opmerkelijk artikel om te lezen.

Hongarije zou tijdelijk of zelfs permanent moeten worden uitgesloten uit de Europese Unie vanwege de houding tegenover de vluchtelingencrisis. Dat zegt de Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken Jean Asselborn in een interview met de Duitse krant Die Welt. Hongarije houdt oorlogsvluchtelingem buiten het land en zou zelfs varkenskoppen hebben willen plaatsen op de hekken om migranten af te schrikken. Hongarije heeft de fundamentele waarden van de EU geschaadt en daarom zou het land volgens de Luxumburgse minister van Buitenlandse Zaken de EU uit moeten.

Naar mijn mening hoeft Hongarije niet de EU uit vanwege het weigeren van vluchtelingen. Alle EU landen moeten vluchtelingen opnemen, maar niet als ze daar niet toe in staat zijn. Hongarije heeft geen geld voor de opvang van zoveel vluchtelingen, het heeft niet eens geld voor het eigen land. Alle waardevolle bronnen zijn van Hongarije afgepakt en ze kunnen nergens geld mee verdienen, en zegt  de EU dat het land vluchtelingen moet opnemen? Vluchtelingen moeten terechtkomen in een land waar ze een goed bestaan kunnen opbouwen en dat kan in Hongarije nog niet, landen zoals Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Nederland kunnen een beter perspectief en opvang bieden voor de vluchtelingen. Toen ik in Hongarije was, zag je de armoede van het land afspatten, ze hebben de hulp van de EU nodig om een goed ontwikkeld land te worden. Als Hongarije eenmaal een goed ontwikkeld land is met genoeg geld, dan is er de mogelijkheid om vluchtelingen op te vangen, maar nu nog niet. 

donderdag 8 september 2016

'Het populisme kent vele vaders'

R.E. Herrings
Pelsakker 14
4834 AG Breda

M.J.E. van Opstal
Valentijnlaan 23
4834 SE Breda

Breda, 7 september 2016

Onderwerp: Het populisme in de Nederlandse samenleving door Sybe Schaap

Geachte mevrouw van Opstal,

Gisterenochtend lag de krant de 'Trouw' weer trouw op de vloermat bij de voordeur, met op de voorpagina het artikel 'Het populisme kent vele vaders'. Het artikel bevat een interview met Sybe Schaap over onze Nederlandse rechtsstaat en Schaaps nieuwste boek 'Rechtsstaat in verval'. Kort zal ik aangeven waar het artikel over gaat en wat mijn op- en aanmerkingen zijn over dit artikel.

In het artikel meent filosoof en VVD-senator dr. Sybe Schaap dat de PVV te weinig tegengas krijgt, en dat de PVV in sommige opzichten gevaarlijker is dan de NSB. De PVV zaagt volgens Schaap aan de fundamenten van de rechtsstaat door democratische instituties voortdurend belachelijk te maken: nep-parlement, nep-parlementariërs, nep-rechters en ga zo maar door. Kort gezegd, als Wilders de macht krijgt, zou dat wel eens heel akelig uit kunnen pakken volgens Schaap. Een dictatuur? Zou zomaar kunnen. Volgens Schaap is de PVV al een dictatuur.

De PVV krijgt dus te weinig kritiek van de gevestigde partijen volgens Schaap, sterker nog, de partijen gaan zelfs met hem mee. Naar mijn mening heeft Schaap aan een kant gelijk, de PVV kan inderdaad een sterke beweging vormen die de slechte kant op gaat. maar aan de andere kant wil de PVV met zijn ideeën ook doelen bereiken en ook veel mensen staan achter deze doelen. De PVV is niet gevaarlijk, het heeft andere doelen en belangen dan waar Schaap voor staat, en als hij de PVV gevaarlijk noemt dan noemt hij indirect de volgers van de PVV ook gevaarlijk. De VVD moet met de PVV kunnen samenwerken, de partij van de PVV wordt steeds groter, en als een iemand de PVV kan terugdringen is het de VVD.

Daarentegen snap ik wel waar Schaap het gevaar en de onmogelijkheden ziet, de VVD koestert in zijn ogen nog steeds de idealen van het klassieke liberalisme en het idee van een gereguleerde markt. Zonder de idealen van de gereguleerde markt krijg je namelijk een maffia-samenleving zoals in Rusland, en dat willen we ook niet. Naar mijn idee zal het nooit zover komen, de PVV heeft genoeg aanhangers, maar ook genoeg tegenhangers. Samen met een goede andere partij kunnen de 'goede' ideeën van de PVV misschien wel een mogelijkheid worden. Schaap heeft zijn mening, maar de bevolking heeft ook een mening, de bedoeling is goed maar naar mening gaat hij in dit artikel te ver met bijvoorbeeld de vergelijking tussen de NSB en de PVV. 

Kortom, ik snap de mening van dr. Schaap maar ik stem er zelf niet mee in. De PVV vertegenwoordigt nog zoveel mensen en dat kan niet zomaar teruggedrongen worden. De enige mogelijkheid tot remming van de PVV is een samenwerking, en deze hoeft niet perse met de VVD te zijn natuurlijk. De PVV legt inderdaad een gevaarlijke structuur neer, dat ben ik met Schaap eens, maar de grove vergelijkingen zijn niet nodig, een oplossing wél.

Met vriendelijke groet,

R.E. Herrings